Vanuit het perspectief van de levensloopbenadering is ook een heroverweging nodig over de organisatorische indeling van de vakgebieden Voortplantingsgeneeskunde, Verloskunde en Neonatologie. Dit zijn vakgebieden die zowel wat zorg als wat betreft onderzoek toenemend aan elkaar gelieerd zijn. Vooral ook op de werkvloer zijn ze meer met elkaar verbonden dan de verloskunde en neonatologie met de andere subspecialismen van respectievelijk de Gynaecologie en Kindergeneeskunde. Op dit moment bestaat er een sector Verloskunde en Neonatologie, waarvan de twee vakgebieden nog steeds onderdeel vormen van twee aparte afdelingen. Dit betekent onder andere dat geen gemeenschappelijk beleid kan worden gevoerd met betrekking tot het medisch personeel, de polikliniek, het wetenschappelijk onderzoek en het onderwijs. Er moet worden gestreefd naar een nieuwe sector bestaande uit de drie genoemde vakgebieden, waarbij op het grensvlak van Voortplantingsgeneeskunde en Verloskunde de periconceptie- en embryonale gezondheid verder tot ontwikkeling kan worden gebracht. Op het grensgebied van de Verloskunde en Neonatologie kan de foetale zorg en perinatologie nadrukkelijker vorm krijgen. In de behandeling van de foetus zal ook de neonatoloog een grotere rol krijgen omdat de behandeling van het zieke en bedreigde kind in toenemende mate al in utero zal plaatsvinden.
Zowel in de samenwerking Rotterdam-Leiden als in de relatie topreferente zorg (3e-4e lijn, nationaal en internationaal), topzorg (2e-3e lijn) en basiszorg (1e-2e lijn) is het belangrijk meerwaarde te creëren door innovatie en dit in gemeenschappelijkheid te doen waardoor een nieuw speelveld kan ontstaan. Dit geldt zowel voor de zorg als voor O&O. Wat betreft de opleiding kan ook een meer regionaal gericht opleidingsplan vorm krijgen, wat ook een oplossing is nu de gynaecologische oncologie op een andere manier is ingebed. Het zal medewerkers een groter perspectief en uitdaging bieden. Alle kerntaken kunnen daardoor naar een hoger niveau worden gebracht. Ook kennisvalorisatie kan in en buiten de Medical Delta, in gemeenschappelijkheid verder worden gebracht.