Sociale Verloskunde betreft het gebied waarbij aandacht wordt gegeven aan de persoonlijke aspecten van de vrouw die van invloed kunnen zijn op haar zwangerschap en de geboorte van haar kind en ook de maatschappelijke context waarin die zwangerschap en geboorte plaatsvinden. Het betekent ook dat de verloskundige zorg moet worden verbreed naar sociaal maatschappelijke hulpverlening en de jeugdgezondheidszorg. De aandacht voor sociale verloskunde moet weer prioriteit krijgen. Er bestaan namelijk grote verschillen in perinatale gezondheid. Deze worden voor een belangrijk deel verklaard door juist ook – de stapeling van- niet medische risico’s, vaak gerelateerd aan armoede. Als maat voor perinatale gezondheid kan de mate van babysterfte worden gehanteerd. Dit varieert aanzienlijk in Nederland waarbij vooral de noordelijke provincies, Zeeland en de grote steden in negatieve zin opvallen. Binnen de grote steden is de babysterfte ook aanzienlijk hoger in de achterstandswijken. Grootstedelijke perinatale gezondheid is dus een nieuw thema binnen de verloskundige zorg en het wetenschappelijk onderzoek. Hoewel niet-westerse vrouwen gemiddeld een verhoogd risico hebben op perinatale problemen, is het risico op armoede gerelateerde perinatale sterfte en ziekte groter voor westerse dan voor niet-westerse inwoners van deze wijken. Suboptimaal gebruik van de prenatale zorg speelt ook een rol.
Binnen deze wijken is er een over-presentatie van bewoners die laag zijn opgeleid, onder of rondom de armoedegrens leven, die alleenstaand of consanguïn zijn of een schadelijke leefstijl hebben in de zin van roken en alcohol- en drugsgebruik. Bovendien bestaat er aanzienlijk meer psychopathologie en klachten van depressie en angst bij deze vrouwen. In Nederland vindt 6% van de geboorten plaats in achterstandswijken. In een grote stad als Rotterdam bedraagt dit 45%. Na correctie voor opleiding, leeftijd, pariteit, comorbiditeit en etniciteit resteren de volgende extra risico’s voor mensen die woonachtig zijn in achterstandswijken; perinatale sterfte 21%, vroeggeboorte 16%, foetale groeivertraging 11% en lage Apgarscore 11%. Ruim 9% van de mensen in Nederland heeft kans op armoede. Mensen in de vruchtbare levensfase hebben een hoger armoederisico.
Ook in de ziekenhuizen spelen sociale verloskunde en de zorg voor de kwetsbare zwangere vrouw een toenemend belangrijke rol. In bijna 10% van de bevallingen in het Erasmus MC is er sprake van ernstig psychiatrische, verslavings- en sociale problematiek (zoals huiselijk geweld, illegaliteit, AMK meldingen, betrokkenheid BJZ of RGK, voorlopige onder toezichtstellingen en machtigingen uithuisplaatsing). Bovendien is er een groeiende problematiek van vrouwen en echtparen met een verstandelijke beperking.